Het klopt dat je een disfunctionerende werknemer een verbetertraject moet aanbieden. De werknemer moet de kans hebben gekregen om zich te verbeteren. Je vertelt hem wat hij beter moet doen, geeft hem een paar maanden tijd en begeleiding en waarschuwt hem dat zijn dienstverband eindigt als hij niet (genoeg) verbetert. Alles leg je schriftelijk vast.
Werknemer moet meewerken
Van de werknemer wordt verwacht dat hij meewerkt. Doet hij dat niet, dan kun je hem daarop aanspreken en officieel waarschuwen. Helpt dat niet? Dan kun je het verbetertraject voortijdig afbreken en naar de rechter gaan voor ontslag.
In de praktijk
De praktijk is weerbarstiger. Werknemers hebben vaak het gevoel dat ze toch al zijn afgeschreven. En vaak is dat ook zo; een werkgever wil niet met een werknemer verder en doet wat hij moet doen voor ontslag: een verbetertraject starten, vaak zonder het geloof dat de werknemer zich werkelijk verbetert.
Wil de werknemer niet aan het verbetertraject meewerken? Dan is het misschien beter om het dienstverband met wederzijds goedvinden te beëindigen. Doordat je het dienstverband daardoor eerder kunt beëindigen, bespaar je loon- en proceskosten en hoef je de werknemer niet te begeleiden. Maar het spaart vooral veel wederzijdse frustratie. Dat geeft budget en argumenten om het ook voor de werknemer aantrekkelijker te maken om zonder verbetertraject zijn dienstverband te beëindigen.